In 1966, het jaar waarin het eerste deel van de reeks Privé-domein verscheen, begon de veertienjarige Adri van der Heijden zijn eigen privédomein te ontginnen. De auteur selecteerde op verzoek van De Arbeiderspers 250 aantekeningen uit zijn dagboeken die exact dezelfde periode beslaan, 1966-2003, als die waarin Privé-domein het waarmerk voor de betere schrijversautobiografie werd.
We zien de schrijver aan het werk die als geen andere contemporaine auteur in zijn episch opgezette romancycli het levensgevoel van het huidige tijdsgewricht vangt en oude mythische en literaire motieven met een moderne gedachte-inhoud injecteert.
Van der Heijden toont zich in zijn ‘notities van alledag’ net als in zijn romans een bespeler van zeer diverse registers: afwisselend grimmig, poëtisch bevlogen, laconiek en gevoelig. De dagboekaantekeningen bieden inzicht in de ontstaansgeschiedenis van Van der Heijdens oeuvre, vanaf de eerste opzet voor de romancyclus De tandeloze tijd tot en met de conceptie van de zevendelige cyclus Homo duplex, zijn moderne variant van de klassieke oedipusmythe, over de gespleten mens op het snijvlak van twee eeuwen.
In Engelenplaque vinden we zijn bespiegelingen over de plaats van de – schrijvende – mens in de geschiedenis, aantekeningen waarin toekomstig werk in de steigers wordt gezet, maar ook schrijvers persoonlijke obsessies, zijn gevecht tegen alles wat het ambachtelijke beitelwerk aan zijn literaire kathedralen in de weg staat: cafébezoek, het verlammende erotische visioen, crises en botbreuken.
Engelenplaque, Van der Heijdens persoonlijke destillaat uit zevenendertig jaar schrijversdagboek, is tegelijkertijd de neerslag van een tijdperk.
