Heinrich Lee verruilt Zürich voor München, middelpunt van kunst, cultuur
en wetenschap, om landschapsschilder te worden. Als lectuur
neemt hij een zelfgeschreven Jeugdgeschiedenis mee. De lezer leest met
hem mee en beleeft zo wat er aan de reis voorafging. ‘Groene’ Heinrich,
zo genoemd vanwege de kleur van zijn kleding en de onschuld
van zijn geest, teert wreed-naïef op het geld van zijn moeder, die totaal
verarmt. Na zeven jaar keert hij, berooid en dakloos, terug naar
huis, en stelt verbijsterd vast dat zijn moeder net tevoren is gestorven.
Heinrich heeft het gevoel geen stap te zijn opgeschoten, voelt zich
schuldig aan zijn moeders dood, verlaten door vrienden en familie en
niet verbonden met de wereld om hem heen. In een tragisch-elegisch
einde, bevangen door spijt en melancholie, sterft hij.
Kellers debuut (1854/55) kent een welhaast filmische montage. Het
bevat een spannende mengeling van lyriek en epische gedragenheid,
burleske humor en ontroerende ernst. De ambigue mix van feit en
fictie, essay en fantasie is het modernisme vooruit.
Groene Heinrich beviel de kleinburgerlijk-moralistische doorsneelezer
niet. Keller heeft de roman daarom in 1879/80 aangepast en aanzienlijk
ingekort. Vertaler Peter Kaaij baseert zich op de tekst van het
debuut en is daarmee wereldwijd de eerste. Kaaij is bekend vanwege
zijn vertalingen van Günter Grass en won in 1984 de Nijhoffprijs.
Quotes:
‘Gottfried Kellers meesterwerk verschijnt voor het eerst in het Nederlands, in een uiterst kundige vertaling.’ de Volkskrant *****
‘Een non-Bildungsroman, een mengvorm van genres, maar vooral een schitterende vertelling over de vele belevenissen van een jongeman. In die schakeringen laat de Zwitserse schrijver zijn grootsheid zien.’ NRC Handelsblad •••••
'"In geen enkel literair werk van de negentiende eeuw", aldus Sebald, "komen de ontwikkelingslijnen die ons leven tot op de huidige dag bepalen zo duidelijk aan het licht als in dat van Gottfried Keller. Toen hij met schrijven begon had alles nog anders kunnen gaan dan het vervolgens in werkelijkheid ging."' De Groene Amsterdammer