In 1348 wordt Florence getroffen door een pestepidemie, die genadeloos om zich heen grijpt. Zeven jonge vrouwen en drie jongemannen ontvluchten Florence en trekken zich terug op het Toscaanse platteland. Om de tijd te doden vertellen ze elkaar elke dag verhalen, die variƫren van scabreus tot hoofs, van dramatisch tot komisch. Allemaal zijn ze een lofzang op het menselijk vernuft en op het rake woord, dat levens kan redden: de tien vertellers overleven de Zwarte Dood.