Een klein
wolfje wilde
naar buiten.
‘Wolven gaan niet alleen
naar buiten,’ zei zijn vader,
‘wolven doen alles samen.’
Als wolfje besluit zijn roedel te verlaten ontdekt hij dat er ook dieren zijn die alles alleen doen. Hij ontmoet een sneeuwpanter, een nachtuil, een arend en een beer. Hij is diep onder de indruk. Alleen leven is zo geweldig dat hij iedereen uitnodigt om met hem mee te doen.
Welk leven past het beste bij wolfje?