Tweehonderd jaar na ontvangst van een signaal uit de richting van Carina 4269 komt de Explorator IV aan bij de oude gele ster en haar enige planeet: een grijsbruine Aarde-achtige wereld. Nauwelijks zijn verkenners Adam Reith en Paul Waunder eropuit gestuurd, of een projectiel vernietigt het moederschip. Reith en Waunder storten neer op de planeet Tschai die lang geleden werd gekoloniseerd door drie buitenaardse rassen – de Chasch, de Dirdir, en de Wankh. De oorspronkelijke bewoners, de mysterieuze Pnume, leven ondergronds. Zo begint een episch avontuur over en onder het oppervlak van de waanzinnige planeet Tschai met al haar kleurrijke, bizarre, en dodelijke bewoners.
De Tschai-cyclus is een van de meest geliefde avonturenromans uit de hoogtijdagen van de sciencefiction. Jack Vance schept er een wereld met buitenissige culturen, religies, en gebruiken zoals alleen hij dat kan. De oorspronkelijke vier delen worden in twee omnibussen uitgegeven.
Quotes:
‘[Hoofdpersoon] Reith is moedig en vindingrijk als Odysseus (net als bij de Griekse held is Reiths verlangen naar huis de motor van het verhaal) en in de beschrijving van de merkwaardige zeden van de vreemde volken die hij ontmoet, lijkt Vance een incarnatie van de Griekse historieschrijver Herodotus, die ook veel werk maakte van exotische details. […] Wat goed dat deze tijdloze toekomstverhalen weer voorhanden zijn.’ de Volkskrant