Jakob Bach leidt een eenvoudig leven als onderwijzer in het dorpje Gnadenthal, een afgesloten samenleving van Duitse kolonisten in de steppe langs de Wolga. Zijn leven verandert wanneer hem gevraagd wordt Klara, een boerendochter aan de andere oever, Duits te leren en hij op slag verliefd op haar wordt. Hun liefde kan echter niet ontsnappen aan de revolutie en de Burgeroorlog. Als Klara de geboorte van Anna niet overleeft, verliest Bach voorgoed zijn spraakvermogen. Hoe kan hij, stom en helemaal alleen, het meisje beschermen?
Tegen de achtergrond van de Russische geschiedenis, met de hongersnood, de Stalin-terreur en de deportatie van de Wolga-Duitsers, creƫert Guzel Jachina een sprookjesachtige wereld vol levensechte mensen.