Vreemde wil

Bernlef

J. Bernlef: ‘Nou ja, belangrijker, belangrijker. Vergelijk het maar met een schilder die ook tekent. De tekening is een sneller medium, geschikt om de eerste intuïties op papier te zetten. In proza moet je toch altijd rekening houden met structuur en verhaallijn. Voor een roman moet je tevoren in enige mate iets plannen. Voor poëzie niet. Uitvindingen vinden bij mij plaats vanuit de poëzie, omdat een gedicht toch directer, schetsmatiger is. Poëzie is voor mij de kern van waaruit mijn andere werk zich heeft ontwikkeld.’

Uit het juryrapport van de P.C. Hooftprijs 1994: ‘De kwaliteit van zijn poëzie werd al meteen erkend door de prijzen die hij voor zijn eerste twee bundels kreeg. Toch is Bernlef voor het lezende publiek vooral een romanschrijver, waarbij misschien te weinig wordt opgemerkt dat zijn verhalend proza in thematiek de consequentie trekt uit wat al in de gedichten was geëxploreerd. Men kan zijn poëzie het hart noemen dat het bloed door zijn hele oeuvre doet stromen.’