Vissertjes

Pjeroo Roobjee

Als er op een middag aan zijn huisbel wordt getrokken, wordt het rijkeluizenleven van Jöel Troch, ‘filosoof van het neerslachtig chique nietsdoen’, hevig opgeschud. Aan de deur van het familiehuis waar hij met zijn moeder en minnaar zijn jaren slijt, staat een zestienjarig zwart meisje. Joël is haar vader, beweert ze. Terwijl zijn minnaar in katzwijm valt en zijn moeder in alle staten is en de schande koste wat kost probeert buiten de deur te houden, zoekt Joël zijn heil in zijn imposante parfumverzameling. Het reukwater voert hem naar zijn tienerjaren, waar hij hoopt de waarheid over zijn vermeende vaderschap op te vissen.

In onvervalst Roobjaans volgen we Joël op zijn dwaalspoor naar de verloren tijd en zien we hoe het net zich stilletjes maar onverbiddelijk om deze verdorven charmeur sluit.