Piet Grijs: ‘Ik schrik soms van mijzelf. Ik doe niet aan parapsychologie. Maar het is wél waar dat ik op niets af tientallen malen iets opschreef, dat een halfjaar later, twee jaar later, of zes jaar later volkomen op de kop der spijker blijkt te zijn geslagen. Het Donner-rapport, het Aantjes-rapport, het Weinreb-rapport, ze werden alle drie door mij voorspeld. Het niet-ten-ondergaan van de wereld werd door mij reeds in 1971 voorspeld – en kijk eens om u heen, is dit niet prachtig uitgekomen ? Maar genoeg over mijzelf, en thans over Raoul Chapkis, die ook heel aardig voorspellen kon.
U weet misschien dat ik de literaire nalatenschap van Chapkis (Odessa 1898 – de Lek bij Culemborg 1968) beheer. Raoul was een mirakelse jongen. Die losheid, die trefzekerheid, die humor, die tragiek, die onvervrorenheid, dat zal ik nooit bereiken.
In één jaar, 1966, verschenen van hem drie boeken. Het eerste was De reizen
van Pater Key, vijftien artikelen die, met tekeningen van Peter Vos, in het Hollands Maandblad hadden gestaan, en die een verrassend beeld van onze wereld verschaffen. Sommige incidenten die daarin besproken werden, zijn thans alleen nog door Chapkis’ bewerking interessant.
Het tweede boek was zelf al een omnibus met de titel Ik sta op m’n hoofd. Dit bevatte tweeënveertig artikelen uit Propria Cures, de Groene Amsterdammer, Vrij Nederland en andere bladen. Hierin vindt men bij voorbeeld het artikel “Fietsen” (uit 1958) dat het wittefietsenplan der Provo’s voor het eerst uiteenzette, en de beschouwing “Afbraak van de apenrots” (uit 1964) dat handelt over een vooraanstaande apenfamilie met vier dochters die allemaal een verkeerde man kiezen. Ook de Salt-overeenkomst van 1979, de chip-revolutie, en de inval in Afghanistan worden, vijftien jaar avant la lettre, behandeld. Raoul, je had het bij het rechte eind – gelukkig dat je dat niet meer hebt hoeven meemaken.
Het derde boek heet Zes dagen onbedachtzaamheid kan maken dat men eeuwig schreit, twaalf stukken die aanvankelijk in Tirade verschenen, en die alle twaalf antwoord geven – twaalf verschillende antwoorden wel te verstaan – op de vraag: Is er een leven vóór de dood? Voor zijn oeuvre ontving Chapkis de P.C. Onthooftprijs, de Anne Frank-prijs, en de essayprijs van het Nijmeegs Universiteitsblad. Dat hij in de Lek verzoop betreur ik.’