Dit is méér dan een boosaardig, schitterend verteld verhaal over moderne Nederlandse mensen in ons verzadigde vaderland. Het is tevens de verzoeningsgeschiedenis van een man, Theo Wederholt, die probeert te leven met zijn eigen mogelijkheden. In dat leven is er meer dan er, oppervlakkig gezien, lijkt te zijn; in dit verrassende verhaal staat meer dan er staat. Bij herlezing van de novelle zal de lezer blijken dat de vrouw op de achtergrond in feite de centrale figuur is. Zij is het plechtanker, het thuis. Bedoelt Dendermonde dat ook hij voorgoed is thuisgekomen? Zijn hoofdfiguur verkiest een landelijke beestenbende boven de horizon van de zakelijke emigrant. ‘De belletrie is mijn eigen verrukkelijke beestenbende,’ zegt de schrijver zelf.