Voordat Toda’s vader een struik wordt, is hij banketbakker. Iedere dag staat hij voor dag en dauw op om wel twintig soorten gebakjes te maken en drie soorten taart. Tot op een dag alles verandert. In het zuiden breken gevechten uit en Toda’s vader moet erheen om het land te verdedigen.
Gelukkig heeft hij het handboek Wat Elke Soldaat Moet Weten. Hierin staat precies hoe hij zich met takjes en bladeren kan verkleden als struik, zodat de vijand hem niet herkent.
Toda blijft met haar oma achter in de stad, maar ook daar is het niet langer veilig. Ze wordt naar haar moeder gestuurd, die in het buurland woont. De reis ernaartoe is vol avonturen en gevaar. Maar Toda geeft niet op. Ze moet haar moeder vinden!