Spolia (Latijn voor ‘buit’) bevat acht afdelingen: ‘Elegisch’ – wat bij Jellema veel meer inhoudt dan een poëtische rouwverwerking; ‘Anekdotisch’ – bij Jellema haast wel het tegendeel van grappig of moppig; ‘Zeven sonnetten’ – waarin een bespiegelend hoor-en-wederhoor klinkt; ‘Heiligen’ – beeldgedichten, twee naar Titiaan, een naar Ludovico Carracci; ‘Vanuit een geur’ – waarin de kracht van de zintuiglijke associatie zich toont; ‘Zelfportret’ – als huis, als kind, als tuin; ‘Drie sonnetten naar August von Platen’, briljant vertaald; ten slotte ‘Sacra conversazione’, pendant van Giovanni Bellini’s gelijknamige schilderij. Een zoeken naar bezieling hebben alle gedichten (en natuurlijk ook hun dichter) gemeen; door dat zoeken wordt de bundel bijeengehouden, ja, wordt de bundel ook zelf bezield.