Zoals er een abstracte en een figuratieve beeldende kunst is, zo bestaat sinds jaar en dag ook de abstracte (voorop die van Mallarmé en zijn volgelingen) en de figuratieve of, wellicht passender, naturele poëzie. Het mag duidelijk zijn dat de zeer langzaam zijn poëtische volwassenheid bereikt hebbende dichter Jacques Hamelink beslist bij de tweede categorie thuishoort. Luchtig antihermetische uitspraak van Hamelink in een recent vraaggesprek over zijn poëzie: ‘Lees maar, er staat wat er staat.’