Slopers

Stijn van der Loo

De gebroeders Pek ploeteren met hun bedrijf in sloop- en terrazzowerkzaamheden hun bestaan bij elkaar. Het is de tijd van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog en het leven is strijd. Met elkaar, met hun opdrachtgever, met hun weekloners en met zichzelf. Alleen Tinus, de op zijn tong kauwende imbeciel, schommelt tevreden op zijn pony over de dijk langs de Mieze. De jaarlijkse kermis is in aantocht, waarop alle strijd wordt beslecht maar ook alle verlangens vleugels krijgen, door de drank misschien, maar toch, vleugels. Het komt erop aan een droom te hebben, om daarmee je lot, je afkomst, je leven te ontstijgen.