De tienjarige Siri en haar jongere zusje Miki wonen met hun vader op een klein eilandje in de IJszee. Op een dag roeien de zusjes naar een ander eilandje om bessen en eieren te zoeken. Opeens hoort Siri gegil. In de verte ziet ze een jol met haar zusje erin die naar een groot schip toe roeit. Het is het schip van de beruchte piraat Witkop. Hij rooft kinderen en laat ze in zijn diamantmijn werken. Kinderen die daar terecht komen, blijven niet lang in leven… De vader van de zusjes wil Miki terughalen, maar geen enkele volwassene wil hem daarbij helpen. Niemand durft kapitein Witkop achterna te gaan. Maar Siri is vastbesloten haar zusje te redden…