Nieuwe veters

Verzamelde gedichten 1979-2006

Robert Anker

De titel Nieuwe veters lijkt, uit de verte, wel een beetje op die van Nieuwe griffels, schone leien, Paul Rodenko’s roemruchte bloemlezing uit de Nederlandse avant-gardistische poëzie. Aan de andere kant zou je kunnen zeggen dat wie nieuwe veters koopt, zijn oude schoenen blijkbaar nog niet heeft weggedaan. Wie Ankers nieuwe gedichten leest, ziet trouwens al gauw dat er, zowel inhoudelijk als formeel, iets nieuws aan de hand is. In hoeverre deze poëzie tot de avant-garde gerekend moet worden – dat moeten literatuurhistorici maar uitmaken.
Inhoudelijk nieuw is de preoccupatie met vastgeroeste levens, vooral waar uitzichtloosheid, gebrek aan waarden en verlies van idealen in elkaars verlengde lijken te liggen. Formeel nieuw is het gebruik van een speciaal soort onvolledige zinnen, dat tegelijkertijd het gevoel van zinloosheid en de zeggingskracht vergroot – een paradox die misschien één oplossing toelaat: dat de poëzie zin geeft aan het leven, al is het maar binnen het gedicht zelf.