In A.F.Th. van der Heijdens romancyclus Homo duplex steekt de verteller, om aan een dagvaarding te ontkomen, een degen dwars door een globe: hij wil vluchten naar de letterlijk verst verwijderde plek op aarde. De auteur had het gevoel zo’n beeld al eens te zijn tegenkomen – tot hij De versierde mens van Harry Mulisch herlas en op de passage stuitte die hier in Mim als motto is gebruikt.
De degenpunt voert de verteller naar de Randstad Holland, waar hij zijn kans lijkt af te wachten om Movo, een van de hoofdpersonen uit Homo duplex, met het drama van zijn afkomst te confronteren. Op 25 april 1999, de dag van het Rotterdamse landskampioenschap en de Coolsingelrellen, is het zover – en daarmee begint het tragische verhaal rond de drieling Mim.