In Antwerpen was de voorbije decennia een dichter bezig in hoog tempo een oeuvre op te bouwen dat klonk als een klok, waarin een lichte vorm van retoriek niet werd geschuwd, waarin geen levensvraag te groot of te klein werd geacht, kortom een oeuvre zoals dat in Holland niet bestond en eigenlijk niet kon bestaan. Het gezaghebbende tijdschrift Modern Poetry in Translation King’s Collgege, Londen) noemde hem ’the most authentic and uncompromising poetic voice writing in Dutch at the moment’.
Laat alle deuren op een kier van Leonard Nolens (1947) bundelt voor de eerste keer alle veertien tussen 1975 en 2003 verschenen titels en vormt al dus de vijfde, zeer vermeerderde druk van zijn gedichten. Het besef dat het hier om een van onze belangrijkste dichters gaat, brak door toen Liefdes verklaringen in Nederland werd bekroond met de Jan Campertprijs, in Belgïe met de driejaarlijkse Staatsprijs. Deze bundel, een van de hoogtepunten uit Laat alle deuren op een kier, werd door de critici unaniem lovend onthaald.