Alles in Het groen van Delvaux baadt, hoe kan het ook anders met zo’n titel, in een onwerelds, surreëel licht. Maar het is er niet minder herkenbaar om. Op De Wildenborch, het kasteel van de dichter Staring, blijkt een soort academisch instituut te zijn gevestigd, waar een zonderling groepje hoogleraren cursussen geeft aan studenten die zich niet minder merkwaardig gedragen, zij het dat ze voor de kenner menig
déjà vu in petto hebben. Voor de colleges, vaak in extenso weergegeven, geldt dat laatste a fortiori. Liefdesgeschiedenissen lopen overal dwars doorheen, net als de bij Delvaux nimmer ontbrekende naakte vrouwen. En Brakman zou Brakman niet zijn wanneer naijver en wrok niet, op de achtergrond, herkenbaar waren als de eigenlijke drijfveren van de voornaamste personages.