Dagpauwoog, koolwitje en bosaardbeiblad: Rozalie Hirs omarmt de schoonheid in haar gestamelde werken. Deze gedichten bewegen zich moeiteloos langs gewassen, hemellichamen of water, terwijl ze via het herkenbare de taal laat experimenteren en zingen. Hirs omarmt een wereld waarin stemmen en stijlen over elkaar buitelen. Haar speelse hyperlyriek geeft betekenis aan woorden als muziek.