‘Hij schijnt al perfect Nederlands te spreken.’
‘O, dan is het een afgekeurde KGB-spion,’ zei Walter.
‘Peter heet hij.’
‘Als hij Peter heet, moet je Pjotr zeggen.’
‘Hij begint zijn colleges altijd met fluitspel.’
‘Gatver,’ zei Willy.
‘Maar hoe komt hij hier nou verzeild? Of is het een dissident?’
‘Als het een dissident is moeten we hem op visite vragen.’
‘Volgens mij gaat hij hier alleen maar een jaar lang filosofiecolleges geven,’ zei Walter. ‘Hij is helemaal geen dissident.’
‘Maar hij zal toch wel uit zijn op een politieke dialoog, neem ik aan.’
‘Als het juist is wat ik heb gehoord, is hij alleen maar uit op vrouwen. Elke nacht een andere.’
‘Hemeltje…’ zei Maya.