Mijn broer Cham verdronk terwijl ik lag te slapen. Dat gebeurde kort voor de grote vakantie. Na weken van storm en regen was het de eerste mooie zomerdag.
Ik was pas twaalf, hij zeventien.
Pas ’s avonds wierp de zee Cham zijn dode lichaam op het strand.
In Die dag aan zee vertelt Sibille, of kortweg Sip, haar verhaal.