Zonder er zich van bewust te zijn is het leven van Evert Kleyn, een journalist die uit hoofde van zijn beroep veel door Europa heeft gezworven, bepaald geweest door vier gestalten die zijn levenspad hebben gekruist. Als het boek begint, is geen van deze vier mensen, twee vrouwen en twee mannen, die zijn vrienden waren, meer in leven. Het boek begint op de ochtend dat Evert het doodsbericht van zijn Amerikaanse vriend ontvangt. Het is deze tijding die hem tot nadenken brengt en hem de betekenis van de vier doden duidelijk maakt, de betekenis, die zij voor hem, de invloed die zij op anderen hadden. Hun levens, die niettegenstaande langdurige verwijderingen, elkaar toch telkens raakten en in elkaar verweven waren, trekken aan hem voorbij. Daardoor komt hij in een sfeer te verkeren als hij tot dusverre niet kende en die zich zozeer meester van hem maakt, dat zijn leven een andere wending neemt.