De thuiskomst van kapitein Rob

Robert Anker

De thuiskomst van kapitein Rob bevat een jongensnovelle, een streeknovelle en een brief. Het titelverhaal is een eigenaardig geval. We ontmoeten daarin enkele personages uit de beroemde kapitein-Robstrip: Cigaret Larry, professor Lupardi, de avontuurlijke reporters Marga en Willy, en kapitein Rob zelf. Maar dat Rob zich te midden van de woelingen der late jaren zestig, op de (gedemocratiseerde!) Amsterdamse zeevaartschool voornamelijk bezighoudt met experimenteel toneel, en later onder zijn bemanningsleden een zekere swami Avasi Vashtar telt, met wie hij stevig discussieert over het postmodernisme – dat valt natuurlijk nogal buiten het jongensboek.
In ‘Klaas drijft boven’ is de hoofdpersoon een boer. Klaas Kap en Kant noemen de mensen hem vanwege zijn verzameling kant, oorijzers en West-Friese kappen. Hij vindt ze wel eens tijdens veemarkten in Hoorn en Purmerend. Leuke jongens vindt ie daar ook. Intussen verandert de wereld om hem heen in een tempo dat ze nog niet kende. Klaas merkt wel iets van maar verandert hij er ook door? Blijft hij achter? Drijft hij boven?
‘Wederzijds opgericht’ ten slotte is een brief van de auteur aan zichzelf toen hij een jaar of vijf was. Geen anekdotes maar de achterkant ervan: geuren, geluiden, licht. De stof waar onze ziel van gemaakt is.