De reis van de douanier naar Bentheim

Willem Brakman

De douanier maakt samen met een andere man, tot wie hij in een merkwaardige (machts)verhouding staat, een curieuze reis door het Overijsselse en aangrenzende gebieden (de graafschap Zutphen en, uiteraard, Bentheim); maar of het ook werkelijk ons Overijssel (Gelderland, Duitsland) is waar ze zich in bevinden? Allerlei dingen kloppen in elk geval niet met de werkelijkheid zoals wij die kennen. De gebeurtenissen in de novelle (die wat de omvang betreft overeenkomt met Glubkes oordeel, dat prachtige, toevallig (?) in dezelfde streek spelende verhaal) hebben van tijd tot tijd eveneens een ietwat onwerkelijk karakter, vooral wanneer er jonge meisjes in het wit voorbijfietsen onderweg van of naar omparkte kastelen, maar ze zijn op andere ogenblikken van een werkelijkheidszin, van een zin voor het tekenende detail ook, die ons weer van de gedachte afbrengt het boek als pure fantasie te beschouwen. Als we dat deden zou de tour de force waarmee het boek in het ‘Kurort’ Bentheim besluit niet zo’n overtuigende indruk op ons kunnen maken. Als vanuit de ene werkelijkheid kan worden ingegrepen in de andere, moeten die werkelijkheden wel in elkaars verlengde liggen.