De oudste jongen

Gerrit Krol

Ieder kind maakt wel eens zo’n lijstje. Gerrit Krol moet het in zijn jeugd ook hebben gedaan: Korreweg, Groningen, Nederland, Europa, de wereld, het heelal. De geboortegrond als episch centrum van veiligheid en trots.
Krol beoefent de herinneringskunst door de plaatsen af te wandelen, die telkens een schat aan verhalen, gebeurtenissen, beelden in herinnering roepen. Het ouderlijk huis aan de Korreweg, de tuin achter het huis, de brandgang, de kerk, de school, het schuurtje van de buurman. Zonder een zweem van nostalgie worden we in dit boek verplaatst naar die voorgoed verdwenen wereld van de jaren veertig en vijftig en wordt deze roman ook een vergeetwoordenboek, een beschrijving van zaken en rituelen die allengs in onbruik zijn geraakt.