Werkend aan de eerste twee delen van zijn cyclus Homo duplex, Moeilijke voeten en Knooppunt Hellegat, merkte A.F.Th. van der Heijden dat er onder zijn handen een extra roman aan het ontstaan was. Hij voegde het boek, De Movo Tapes, gezien het preluderende karakter ervan, als Homo duplex 0 aan de cyclus toe.
De verteller, die zich tooit met de codenaam QX-Q-8, onthult hoe hij na de dood van Tibbolt ‘Movo’ Satink diens vol gesproken cassettebandjes weet op te sporen. Wekenlang beluistert hij ze, en zo ontrolt zich voor ons Movo’s levensloop, die ooit door QX-Q-8 zelf ingrijpend en onherstelbaar werd gemanipuleerd.We zien hem als kleine jongen, in verwarring, de jeuk uit zijn moeders overvloedige littekens krabben. Als jongeman bedient hij oudere dames. Naast het sarcastisch ophalen van herinneringen doet hij via zijn dictafoon verslag van zijn pogingen een veldslag tussen hooligans uit Amsterdam en Rotterdam te organiseren. Zijn einddoel: de Wereldstaking uitroepen.
Regelmatig onderbreekt QX-Q-8 het beluisteren van de tapes om een Rotterdamse geschiedenis uit het jaar van Movo’s geboorte op te rakelen. Daarin speelt hij zelf een rol als pornofotograaf.
De twee verhaallijnen slingeren zich om elkaar heen, zoeken elkaar als het ware, en ‘vinden’ elkaar tenslotte in het telefoongesprek dat de hooliganveldslag bekrachtigt, te ondernemen bij knooppunt Hellegatsplein.