Veel kinderen dromen ervan ooit mee te doen aan de Olympische Spelen. Voor topschaatser Beorn Nijenhuis kwam die droom echt uit! Maar voor het zover was, moest hij heel veel oefenen en trainen…
Het begon met rondjes schaatsen op een bevroren meer.
Elke dag. Helemaal in zijn eentje.
Alleen de dieren uit het bos zagen hoe Beorn oefende en oefende.
En in zijn hoofd klonken steeds dezelfde woorden:
Rondjes. Lucht. Adem.
Nergens aan denken.
Harder. Bochten. Harder. Ijs.
En de dieren kijken mee.
Edward van de Vendel en Sanne te Loo maakten een prachtig lees- en kijkboek over hoe een jongetje een professioneel sporter werd – en altijd ook dat jongetje van acht bleef.
‘Het taalgebruik van Van de Vendel is poëtisch, geen woord te veel. En wat moet de illustratrice goed gekeken hebben naar de houding van schaatsers en ook naar de ontwikkeling van hun lichamen. En de wijze waarop het ijs verbeeld wordt is magnifiek.’ Toin Duijx