De beste vriend van de mens is de hond. Toch lijkt de hoofdpersoon in de verhalen die Douschka Meijsing onder de titel Beste vriend heeft verzameld zich niet tevreden te stellen met de permanente aanwezigheid van een bijzonder goed gelukt exemplaar van deze door trouw, aanhankelijkheid, levendigheid, vrolijkheid en vaak ook schoonheid zo uitmuntende diersoort. Integendeel, voortdurend is ze op zoek naar een individu van haar eigen soort dat de rol van beste vriend op zich zou kunnen nemen, wel wetend dat het al een buitenkans is wanneer er een of twee van de genoemde eigenschappen aan kunnen worden toegeschreven. Tragikomische taferelen zijn dan ook het resultaat; tragisch omdat het menselijk tekort ons, als mensen, natuurlijk tragisch moet voorkomen, komisch door de stijl van de schrijfster, die die tragiek met haar fijnzinnigste understatements voelbaar en tegelijkertijd draaglijk weet te maken. En als dan alles weer op niets is uitgelopen – dan is er nog altijd de allesbehalve schrale troost van ‘four-feet trotting behind’.
Doeschka Meijsing (1947) is niet alleen in Nederland een van de bekendste schrijfsters: haar romans De kat achterna, Tijger, Tijger! en Utopia zijn overal in Duitsland verkrijgbaar als pocket. In de Nederlandse Salamanderreeks is zij met Robinson, Utopia, Tijger, tijger! en De beproeving vertegenwoordigd. Voor Tijger, tijger! kreeg ze in 1981 de Multatuliprijs. In 1992 kwam haar roman Vuur en zijde uit en in 1993 is een herdruk in gebonden vorm uitgebracht van De hanen en andere verhalen.