In een lege Nieuwe Kerk te Amsterdam hield Arnon Grunberg op 4 mei 2020, vijfenzeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland,?de herdenkingsrede. Hij stelde onder meer dat individuen niet gereduceerd moeten worden tot de groep waartoe ze zouden behoren; dat uitsluiting van een minderheid vroeg of laat andere, uiteindelijk álle minderheden zal treffen.
Grunbergs woorden werden met instemming en lof ontvangen, maar ook kreeg hij te maken met enkele doodsbedreigingen en andere uitingen van haat.
In Als ze het over Marokkanen hebben zijn naast deze lezing vier teksten opgenomen waarin Grunberg zijn jeugd, de Joodse identiteit en het werk van Marga Minco en Imre Kertész onderzoekt.
Hij vindt het algemene?en universele in het persoonlijke; zijn gedachten zijn prikkelend, zijn formuleringen messcherp.