‘Het regent,/het regent niet.’ In Toon Tellegens gedichten gebeuren vanouds veel onmogelijke dingen. Maar leken de gedichten in zijn eerdere bundels qua structuur vaak een beetje op droomverslagen, in Als we vlammen waren gaat Tellegen directer te werk. Met een paar woorden zet hij een onmogelijke/mogelijke wereld op, en in die wereld blijkt het pardoes over onze eigen, vaak intieme gevoelens te gaan. En dan is die wereld weer weg, en wijzelf ook, dat wil zeggen we zijn er niet meer zoals we er van tevoren waren. Gelukkig kunnen we nog wel lezen: het volgende gedicht.