T. van Deel (1945-2019) was dichter. In 1969 debuteerde hij met Strafwerk. Tot 2008 recenseerde hij literatuur in het dagblad Trouw. Ook gaf hij jarenlang college over moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn bundel Achter de waterval werd in 1987 bekroond met de Jan Campert-prijs.
‘Sommige dichters verstaan de kunst van het fluisteren’ NRC Handelsblad
‘Kunst als middel om de klok stil te zetten, de hoogste vorm van blijven’ Tubantia
poëzie:
Strafwerk (1969)
Recht onder merels (1971)
Gedichten bij tekeningen (met Chr. van Geel, 1974)
Klein diorama (1974)
Achter de waterval (1986)
Gedichten 1969-1986 (1988)
Nu het nog licht is (poëzie, 1998)
Boven de koude steen (poëzie, 2007)
Herfsttijloos (2016)
essays en overige teksten:
Recensies (1980)
Bij het schrijven (interviews, 1979)
Als ik tekenen kon (1992)