Hellema (1921-2005) werd geboren in Amsterdam, tijdens de oorlog gearresteerd wegens verzetsactiviteiten en doorstond zes Duitse concentratiekampen, waaronder Buchenwald. In april 1945 wist hij te ontsnappen uit een dodenmars na de ontruiming van Flossenbürg. Hij was enige tijd in dienst bij het Amerikaanse bezettingsleger in Duitsland, tot hij naar Nederland terugkeerde. Daar hervatte hij zijn werk in de textielindustrie. Hij debuteerde in 1982 op eenenzestigjarige leeftijd met de verhalenbundel Langzame dans als verzoeningsrite.
‘Schrijven is voor Hellema het blootleggen van de waarheid met een anatomiemes, “opdat de lezer zich bewust wordt van de verschrikkelijke werkelijkheid”. En schrijven kan hij.’ Ons Erfdeel
‘Te midden van de naoorlogse Nederlandstalige auteurs acht ik hem een van de meest belangwekkende.’ Vrij Nederland
‘Wie van mening is dat er in het gezapige en suffige Nederland te weinig dwarsliggers en nee-zeggers rondlopen, leze het werk van Hellema.’ Leeuwarder Courant
romans en verhalen:
Langzame dans als verzoeningsrite (1982)
Enige reizen dienden niet ter zake (1983)
Joab (1984)
Een andere tamboer (1985)
Kimberley (1987)
Bestekken. Plaatsbepalingen in de tijd (1989)
De maan van de vorige avond (1992)
Slotnotering uit Barnet. Aantekeningen 1986-1995 (1996)
Klèm (1998)
De woede van de wind (2003)
Niet van horen zeggen (2005)