Guus Kuijer werd op 1 augustus 1942 in Amsterdam geboren. Nadat hij een paar keer was blijven zitten, werd hij op zijn zeventiende naar een internaat in Zutphen gestuurd. Na het volgen van de kweekschool in Didam was hij van 1967 tot 1973 leraar. Toen stopte hij om zich helemaal te kunnen wijden aan het schrijven.
Nadat hij twee verhalenbundels en een roman voor volwassenen had gepubliceerd, wilde Guus Kuijer voor kinderen gaan schrijven. Het resultaat was het eerste boek over Madelief, Met de poppen gooien, dat in 1975 verscheen, en waarvoor hij meteen de Gouden Griffel kreeg.
Guus Kuijer schreef maar liefst vijf Madeliefboeken die allemaal even enthousiast werden ontvangen. Het vierde deel, Krassen in het tafelblad, werd weer bekroond met de Gouden Griffel en later werd aan de vertaling, Erzähl mir von Oma, de Deutsche Jugendliteraturpreis toegekend. Vier jaar na het verschijnen van zijn eerste kinderboek, in 1979, kreeg hij de hoogste Nederlandse onderscheiding: de Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur.
Na de Madelieven wilde Guus wel eens wat anders: een raarder, gemener, kritischer kinderboek. Dat werd Hoe Mieke Mom haar Maffe Moeder vindt. Sindsdien schrijft Guus Kuijer allerlei soorten werk voor kinderen: dierenverhalen (Eend voor eend en Olle), jeugdtheater (Prijs de beer, 1990), televisiescripts (Fatima, 1985), jeugdromans (het symbolische Zwarte Stenen en Het land van de Neushoornvogel), doldwaze avonturen zoals de Tin Toevalboeken en niet te vergeten de vijf boeken over Polleke, waarvan het eerste, Voor altijd samen, amen, de Gouden Griffel kreeg. Het Kinderboekenweekgeschenk dat Guus Kuijer in 2001 schreef, Ik ben Polleke hoor!, is het laatste deel uit die serie. Hij kreeg er in 2003 de Woutertje Pieterse Prijs voor. In september 2003 verscheen de film Polleke.
Guus Kuijer over zichzelf:
In 1948 leerde ik lezen en schrijven en omdat bleek dat ik verder niks kon, heb ik daarvan mijn beroep gemaakt.