Vincent Van Meenen woonde van 2014 tot 2016 in Athene. Hij verliet zijn grijze en voorspelbare leven in Antwerpen met het romantische idee dat hij in Griekenland de taal zou leren om vervolgens een eenvoudig bestaan op te bouwen op een klein Grieks eiland – ver weg van het georganiseerde leven in België.
Wanneer hij arriveert is Griekenland in grote crisis. Vincent loopt mee met protestmarsen, aanschouwt de gewelddadige rellen op straat en leert de taal door gedichten van Kaváfis te hertalen. Hij heeft geen vaste verblijfplaats, geen bankrekening, geen telefoon. Aan niemand hoeft hij verantwoording af te leggen.
Dan ontmoet hij Anthi, een studente aan de toneelacademie. Ze praten een dag en een nacht onafgebroken tot Vincent zegt: ‘Ik heb het gevoel dat we van elkaar moeten houden.’
In We houden zo van Anthi beschrijft Van Meenen hun sprookjesachtige, symbiotische liefde tegen de achtergrond van een land in crisis. Maar hoe intenser de relatie wordt en hoe meer hij zich de taal en het Griekse leven eigen maakt, hoe rustelozer hij wordt. Langzaamaan raakt Vincent verloren in dat warme land met uitzicht op zee.
Over Licht en geluid:
‘Een tedere en bijna mystieke debuutroman, waarin zowel de hoofdpersoon als de lezer soms verstrikt raakt in de raadsels van het leven.’ ***** – Gazet van Antwerpen
Quotes:
'In de harde, ontnuchterende hoofdstukken schuilt tegelijk een onthutsende warmte.[…] De economische crisis, de vluchtelingenstroom, het politiegeweld, de solidariteit onder de Griekse bevolking: dit boek ademt het allemaal.' - De Tijd
'Vincent wist een prachtig en pijnlijk liefdessprookje neer te schrijven.[…] We houden zo van Anthi is een pleidooi om het minstens eenmaal anders te doen, op zoek te gaan naar het onvertaalbare en mysterieuze, en elders opnieuw te proberen leven.' - Knack