Pornografie is een van de meest populaire, maar tegelijkertijd minst bestudeerde genres in de literatuur. Lange tijd hebben pornografische en erotische teksten in de taboesfeer verkeerd. Veel teksten zijn vernietigd of onbekend gebleven. Voor de literatuur- en cultuurgeschiedenis bieden zij echter een schat aan informatie.
In Pornografie in de literatuur buigen hedendaagse letterkundigen en schrijvers zich over de pornografische traditie in Nederland en Vlaanderen. Zij gaan in op de literaire functie van pornografie, maar ook op haar filosofische en sociologische achtergrond.
Zo verhaalt Herman Pleij over de noodzaak van vuilschrijverij in de middeleeuwen, vertelt Marita Mathijsen over ‘De bruiloft van Jacob Stootgraag’ uit de negentiende eeuw, beschrijft Ton Anbeek de functie van erotiek bij Wolkers en Reve en onderzoekt Marja Pruis de porno-uitdaging van hedendaagse schrijvers, van Oek de Jong tot Heleen van Royen. Arnon Grunberg tenslotte gaat op zoek naar ‘de mens achter de vunzigheid’.
Pornografie in de literatuur biedt het eerste historische overzicht van wat misschien wel het meest subversieve genre uit de Nederlandse literatuur is geweest.