Nora van Middelaar weet dat ze een profeet is maar ze weet ook dat ze dat beter voor zich kan houden. Ze verkeert in een psychische staat waarmee je nog net kunt functioneren. In Karkas volgen we haar in helverlichte en diepdonkere periodes. Wanneer ze de diagnose ‘manisch-depressief’ krijgt, horen daar medicijnen bij die alles platslaan. Het middel lijkt erger dan de kwaal. Nora besluit te stoppen met alle medicijnen en therapie, en tuigt een nauwkeurig systeem van regels en regelmaat op waarmee ze een schijnbaar succesvol leven leidt. Maar als je eenmaal de wereld hebt gezien in vacuüm, het koude karkas van de werkelijkheid, kun je er nooit meer helemaal deel van uitmaken.
Karkas heeft de kracht van een bijl. Het duikt zo diep in de ups en downs van de bipolaire Nora dat je de waanzin zelf kunt proeven. Het is een verhaal over wat we niet weten. En over hoe mensen, die voor hun omgeving geen direct probleem vormen, op zichzelf aangewezen zijn.
Het is aan mij. Ik zal achter niets en niemand schuilen. Ik neem de controle over deze vis die zonder duidelijke regels meedeint op de golven van de chaos, soms hoog wordt opge¬tild en wordt neergesmeten op de kade. En als je eenmaal de kille keien tegen je botten hebt gevoeld, als dat je zachte lan¬ding bleek te zijn, dan is het water nooit meer wat het was. Als je eenmaal een echte buitenstaander bent geweest, het raster van de stad, van je leven, van je lichaam van buiten hebt gezien als een nauw vertakt systeem, dan weet je dat alles gemaakt is om een enkel doel te dienen: doordenderen.