Het leven schotelt ons dagelijks ingewikkelde vraagstukken voor. Wat bezielt de beertjes in Kosovo die liefhebbend op elkaars oren sabbelen? Weet die vrouw op het strand niet dat haar kuis bedoelde boerkini júíst al haar vormen prijsgeeft? Hoe kan het dat Wittemans oude vader in steeds grotere huizen woont? En wat moet die mismoedige Bulgaar daar? Wie verlost de wiskundeleraar die een piepjonge seksbom in zijn klas krijgt, met een glimlach als een opgaande zon? Wie troost de moeder die na achttien jaar zelfdiscipline alsnog tegen haar kroost krijst: ‘het is hier geen hotel’? Hoe moet je kijken als iemand je ‘een goed mens’ noemt? Moet je je schamen als je rammelt van de honger op een begrafenis? Bestaat er zoiets als luchtvaartporno? Mag je je vrolijk maken over een Hitlerkerstbal?
Zelf had u zich dit alles misschien nog niet afgevraagd. Sylvia Witteman wel, gelukkig voor ons allemaal.