Ervaringen met hospita’s vormen een belangrijk bestanddeel van de vierde verhalenbundel van Frans Pointl, die met De kip die over de soep vloog een van de kleine klassiekers van de naoorlogse literatuur schreef. Na de dood van zijn moeder is de verteller overgeleverd aan een nieuwe overheerster: ‘Ze laat me binnen in de vestibule waar het naar een opgewarmde kliek ruikt. Ze stelt me de gei;kte hospita-vragen: Vaste baan? Overdag afwezig? Liefhebber van alcohol? Leven uw ouders nog? Ontvangt u damesbezoek?’ In vijf sarcastische portretten rekent Pointl af met een mensentype dat nu definitief tot het verieden behoort. Verder bevat deze bundel onder meer een hernieuwde kennismaking met oom Simon en een drieluik over de Nigeriaanse vluchteling Folami: hierin schetst Pointl het ontroerende portret van een moderne uitvreter.