Op 9 november 1993 werd het debuutalbum van de Wu-Tang Clan uitgebracht: Enter The Wu-Tang: 36 Chambers. De plaat bereikte in een half jaar de platina status, maar de impact ging veel verder dan verkoopcijfers en werkt tot vandaag door. In hiphop worden continu verbindingen gemaakt, en het web van verwijzingen dat Wu Tang maakte bleek complexer en rijker dan al wat tot dan toe uit deze subcultuur was voortgekomen – een subcultuur die steeds prominenter wordt. Hoog tijd voor een boek als dit.
Chamber Music is even excentriek en complex als het album. De benadering van Ashon is net als die van de hiphop zelf: hij werkt als een ekster, hoppend tussen stijlen: van tekstanalyse tot comedy, van prikkelende essayistiek tot wetenschap en satire. De onderwerpen lopen evenzeer uiteen: de FBI en the war on drugs, de pornocultuur rond 42nd Street, de geschiedenis van Jazz en de toekomst van de politiek; rap-trivia, religie en filosofie. Het is een thema met variaties, een riff op Amerikaanse cultuur, de rol van de zwarte bevolking daarin, en de betekenis van muziek in die precaire identiteit. In 36 stukken.
Quotes:
'Geen veredelde groepsbiografie, geen reconstructie hoe de muziek noot voor noot tot stand kwam. Ashons aanpak is breder en spannender: in Chamber music gaat hij in op de geografische, muzikale en vooral sociale context die ertoe heeft geleid dat een groep als de Wu-Tang Clan kon ontstaan. […] Een wonderlijk mengsel van geschiedenis, research en analyse […] Deze bundel waaiert dusdanig uit dat de stukken vanzelf boeiend worden voor buitenstaanders, en misschien nog wel het meest voor degenen die in rap nog steeds niets horen dan wat agressief, wereldvreemd geschreeuw over harde beats. Want als Chamber Music iets overtuigend laat zien, is het dat cultuur nooit zomaar ontstaat.' - De Groene Amsterdammer