Uit naam van de dode prinses

Kenizé Mourad

‘Dit is het verhaal van mijn moeder, prinses Selma, die geboren werd in een paleis te Istanbul.’ – Kenizé Mourad

Het immense Ottomaanse Rijk stort in 1918 ineen en de keizerlijke familie moet naar Libanon vluchten. Selma, gewend aan de pracht en praal van het Turkse hof, gaat voortaan door het leven als ‘de Hoogheid met de verstelde kousen’.

Een verboden liefde drijft haar in de armen van een Indiase maharadja. In India ontwaakt in haar een intens verlangen naar vrijheid, geïnspireerd door de door Gandhi geleide onafhankelijkheidsstrijd.

De maharadja verafschuwt deze voor hem zo bedreigende houding en verstoot haar. Selma vlucht naar Parijs, waar zij – opnieuw ballinge en vreemdelinge – haar dochter Kenizé ter wereld brengt: de schrijfster van dit boek.