Als sterrenkok Gaspard zijn vrouw in bed betrapt met zijn compagnon, verlaat hij zijn chique appartement en driesterrenrestaurant en rijdt naar het zuiden. In een opwelling besluit hij een kroegje midden in de Provence te huren. Tussen de lavendel vindt de opvolger van Bocuse, Ducasse en Robuchon opnieuw zijn vrijheid.
Hij legt een weelderige moes- en bloementuin aan. Gaspard kookt de sterren van de hemel zonder dat iemand hem op de vingers kijkt. Op een dag staat Stella voor zijn neus, licht als een vogeltje. Gaspard wordt halsoverkop verliefd en bedenkt allerlei droomgerechten voor haar. Maar dan staat er een recensent uit Parijs voor de deur. Gaspard en Stella doen er alles aan om de identiteit van Gaspard geheim te houden.