Iris is jong, brutaal en tegendraads en ze wil de liefde ontdekken. Er is echter één probleem: haar handicap.
Iris’ rug is gedeeltelijk in een gipsen korset verpakt. Maar `de schildpad’, zoals ze op school wordt genoemd, probeert zich daarvan niets aan te trekken. Iris gaat haar eigen weg en zet haar zinnen op de vooruitstrevende directeur van Rosa’s Huis, het instituut waar ze verblijft.