Veel dichters zijn ooit, al was het maar even, in gedichten en gedachten met sport bezig geweest. Sport als divertimento binnen het veelal ernstige en grote raderwerk van de lyriek. Met soms verrassend sprankelende gevolgen, zoals bij Hugo Claus, die ons in het harnas van American football-spelers jaagt, of Bert Schierbeek, die John Akii Bua als een donkere Afrikaanse god de horden laat nemen.
Pascal Delheye en Willie Verhegghe stelden een bloemlezing samen met 150 sterke sportgedichten uit Nederland en Vlaanderen. Zij selecteerden po?e van onder meer Tom Lanoye, Anna Enquist, Jules Deelder, Herman de Coninck en Gerrit Komrij, die schreven over voetbal, boksen, wielrennen, atletiek en vele andere sporten.