Onder haar hoofddoek is Najwa onzichtbaar voor de ogen van de rijke families wier huizen ze schoonmaakt. Twintig jaar geleden, toen ze nog studeerde, had ze zich niet kunnen voorstellen dat ze ooit als huishoudster zou moeten werken. Ze droomde ervan een goed huwelijk te sluiten en een familie te stichten. Tot een staatsgreep haar en haar familie dwong naar Londen te vluchten.
In de jaren die volgen wordt Najwa voortdurend op de proef gesteld, maar tijdens de bezoeken aan de moskee in het Londense Regent’s Park put ze troost uit haar samenzijn met moslims. Haar dromen liggen in duigen, maar de ontdekking van de islam biedt rust. Dan ontmoet ze Tamer, de eenzame jongere broer van haar werkgeefster. Ze vinden een gemeenschappelijke band in hun geloof en langzaamaan worden ze verliefd.