Het onderwijzersgezin Pagnol uit Marseille brengt elke zomer door in de Provence. Terwijl vader Pagnol en oom Jules elke dag met stapels wild van de jacht terugkomen, trekt de kleine Marcel er met de boerenjongen Lili opuit om vogelvallen te zetten in de heuvels. Met humor en warmte beschrijft Marcel Pagnol de zomervakanties vol simpele geneugten van een hecht gezin aan het begin van de twintigste eeuw, en het geurige, zondoorstoofde berglandschap waar hij de mooiste dagen van zijn leven doorbracht. Dit boek brengt de eerste twee delen van Pagnols Souvenirs d’enfance bijeen: De gloriedagen van mijn vader en Een kasteel voor mijn moeder.
Quotes:
'Geestige vertellingen over een idyllische jeugd in een van de mooiste delen van Frankrijk. […] Pagnol geeft een treffend beeld van de sociale stijging typerend voor het late negentiende-eeuwse Frankrijk.' – NRC Handelsblad
'[H]eerlijk nostalgisch' – Margriet
'Wie wel zin in iets Frans heeft, maar luchtige nostalgie prefereert, kan terecht bij Marcel Pagnol.'
– VPRO Gids
'In 'Woord vooraf' schrijft Pagnol over zijn herinneringen: "Het gaat om niet meer dan een verslag van een voorbij tijdperk, een liedje waarin een kind uiting geeft aan zijn liefde voor zijn ouders, dat vandaag de dag misschien wel zal doorgaan voor een opzienbarende nieuwigheid." Misschien, maar waar het om gaat is 'het liedje' en dat is wonderschoon, met verrukkelijke verrassingen op elke bladzijde.' – Het Parool