Camagu is teleurgesteld in het Zuid-Afrika dat hij aantreft na lang als politiek vluchteling in het buitenland te hebben verbleven. Hij besluit daarom zijn vaderland andermaal te verlaten en terug te keren naar New York. Een toevallige ontmoeting met een jonge Xhosa-vrouw doet hem van gedachten veranderen. Hij wordt verliefd op haar en reist af naar haar afgelegen Xhosa-dorpje. Daar treft hij een bevolking aan die nog altijd verdeeld is door een sluimerende honderdvijftig jaar oude vete. De komst van een projectontwikkelaar die een groot toeristencentrum wil aanleggen, rakelt de vete weer op.