Ze is veertien jaar, sensueel en jongensachtig. Samen met een stel vriendinnen heeft ze een verborgen plek op een braakliggend terrein, waar ze geheimen delen, stiekem roken en drinken. Een paar jongens uit de buurt zitten hen voortdurend achterna. Het lijkt een onschuldig spel, totdat het meisje en haar vriendin een van de jongens aanpakken. Ze bewerken hem met een scheermes en laten hem voor dood achter. In de dagen die erop volgen probeert het meisje zich af te sluiten van het voorval. Zwijgzaam houdt ze zich vast aan rituelen en symbolen die veiligheid bieden en haar helpen overleven. In haar innerlijke wereld voelt ze zich sterk, maar ze heeft niet in de gaten dat het net zich rond haar sluit.