De twaalfjarige Sydney Henderson duwt per ongeluk Connie Devlin van het kerkdak wanneer deze zijn boterham met stroop pikt. Onthutst kijkt Sydney naar het roerloze lichaam in de sneeuw en hij belooft God nooit meer iemand kwaad te zullen doen als Connie blijft leven. Op dat moment staat Connie lachend op, veegt zijn bloedneus af en wandelt weg.
Sydney’s belofte bepaalt zijn verdere leven. Zijn lijdzame houding lokt anderen uit misbruik van hem te maken. Wat hem ook overkomt, hij blijft hardnekkig geloven dat het goede zal overwinnen. Maar zijn oudste zoon komt daartegen in opstand.