Javier is net zestien als hij zich laat overhalen om aan de kant van de Generaal mee te vechten in de burgeroorlog. Hij is verliefd op Teresa, die hij op zijn achtste al eens ten huwelijk heeft gevraagd. Vlak voordat hij naar het front vertrekt, doet hij haar opnieuw een aanzoek. Zo begint een familiegeschiedenis die zich afspeelt in de eigenzinnige, soms magische cultuur van een klein Spaans dorp aan de voet van een berg.
Lucia, de dochter van Teresa en Javier, maakt zich los van haar geboortedorp. Haar generatie trekt naar de stad om een betere toekomst te kunnen krijgen. Evamar, de dochter van Lucia, zet zich op haar beurt weer af tegen het materialistische streven van haar ouders. Ze gaat studeren en raakt betrokken bij het politieke verzet tegen de heersende macht. Haar denkbeelden lijken lijnrecht tegenover de rust en het conservatisme van het dorp te staan waar haar grootouders nog wonen en waar de berg het leven beheerst.
